HP 9g-Grafenberechner Manuel d'utilisation
Page 111

D-27
⇒
Een FOR lus is handig voor het herhalen van een verzameling
gelijkaardige acties terwijl een specifieke teller tussen twee gedefinieerde
waarden zit.
Bijvoorbeeld:
FOR
( A = 1 ; A
≤
4 ; A + + )
{ C = 3 × A ; PRINT ” ANS = ” , C }
END
⇒
Resultaat : ANS = 3, ANS = 6, ANS = 9, ANS = 12
Het verwerken in dit voorbeeld gaat als volgt:
1. FOR A = 1: Dit initialiseert de waarde van A op 1. Vermits A = 1
consistent is met A ≤
4, zullen de uitdrukkingen uitgevoerd worden en A
wordt met 1 verhoogd.
2. Nu
geldt:
A = 2. Dit is consistent met de voorwaarde A ≤
4, en de
uitdrukkingen worden uitgeoefend en A wordt nogmaals met 1 verhoogd.
Zo verder.
3. Wanneer
A = 5, is het niet langer waar dat A ≤
4, en de uitdrukkingen
worden dan ook niet meer uitgeoefende. Het programma gaat daarna
verder met het volgend blok programmacode.
Slaap Commando
SLEEP (
tijd
)
⇒
Een SLEEP commando doet het programma wachten gedurende een
welbepaalde tijd (tot maximaal 105 seconden). Dit is handig voor het
tonen van intermediaire resultaten alvorens verder te gaan met het
uitvoeren van het programma.
Swap commando
SWAP (
geheugenvariabele A,geheugenvariabele B
)
⇒
Het SWAP commando verwisselt de inhoud van beide geheugens.
Relationele Operatoren
De relationele operatoren die kunnen gebruikt worden in FOR lussen en in
voorwaardelijke vertakkingen, zijn:
= (gelijk aan), < (kleiner dan), > (groter dan), ≠ (niet gelijk aan), ≤
(kleiner of gelijk aan), ≥ (groter of gelijk aan).
Een Nieuw Programma schrijven
1. Kies
NEW uit het programma menu en druk [
].
2. Kies de rekenmodus waarin het programma dient te werken en druk
[
].
3. Kies een programmagedeelte (P0123456789) en druk [
].
4. Voer de programmacode in.
• De gewone functies van de rekenmachine kunnen als commando’s
gebruikt worden.