HP 9g-Grafenberechner Manuel d'utilisation
Page 109

D-25
Programmagedeelte: Er zijn 10 programmagedeelten voor het opslaan van
programma’s (P0–P9 ). Indien een deel een programma bevat, zal het
nummer ervan als subscript worden weergegeven (zoals in P
1
).
Programma Controle-instructies
De programmeertaal van de rekenmachine is vergelijkbaar met verschillende
programmeertalen zoals BASIC en C. De meeste programmeercommando’s
kunnen aangeroepen worden vanuit de programma controle-instructies. Deze
kunnen zichtbaar gemaakt worden door [ 2nd ] [ INST ].
Clear screen commando
CLS
⇒
Wis het scherm
Invoer en uitvoer commandos
INPUT memory variable
⇒
Laat het programma pauzeren voor het invoeren van gegevens.
memory variable = _ verschijnt in het scherm. Voer een waarde in en druk
[
]. De waarde wordt toegekend aan de gespecificeerde variabele,
en het programma hervat de uitvoering. Om meer dan één variabele in te
voeren, dienen deze gescheiden te worden door een puntkomma(;).
PRINT ” tekst ” , memory variable
⇒
Print “tekst” en de waarde van de vermelde variabele.
Voorwaardelijk vertakken
IF
( voorwaarde
) THEN
{
uitdrukking
}
⇒
Indien de voorwaarde waar is, Dan wordt de uitdrukking uitgevoerd.
IF (
voorwaarde
) THEN {
uitdrukking 1
}; ELSE {
uitdrukking 2
}
⇒
Indien de voorwaarde waar is, Dan wordt uitdrukking 1 uitgevoerd,
anders wordt uitdrukking 2 uitgevoerd.
Sprongcommando’s
Lbl n
⇒
Een Lbl n commando geeft een bestemmingspunt aan voor een GOTO n
sprongcommando. Elke labelnaam (Lbl) dient uniek te zijn (dat betekent