HP 9g-Grafenberechner Manuel d'utilisation
Page 107

D-23
Zie Voorbeelden 47~48.
1. Kies de regressie optie in het REG menu en druk [
] .
2. Druk [ DATA ], kies DATA-INPUT uit het menu en druk [
].
3. Voer
een
x waarde in en druk [ ].
4. Voer de overeenkomstige y waarde in en druk [ ].
5. Om meer gegevens in te voeren, herhaal vanaf stap 3.
6. Druk [ 2nd ] [ STATVAR ].
7. Druk
[ ] [ ] om door de resultaten heen te rollen tot de
regressievariabele gevonden wordt waarin men is geïnteresseerd (zie
onderstaande tabel).
8. Om een voorspelling te maken voor een x-waarde (of y), gegeven een
waarde voor y (of x), kies de x ’ (of y ’) variabele, druk [
] , voer de
gegeven waarde in, en druk nogmaals [
] .
Variabele Betekenis
a
Y-intersectie van de regressievergelijking.
b
Helling van de regressievergelijking.
r Correlatiecoëfficiënt.
c Kwadratische
regressiecoëfficiënt.
x ’
Voorspelde x waarde, met gegeven a, b, en y-waarden.
y ’
Voorspelde y waarde, met gegeven a, b, en x-waarden.
9. Om de regressiegrafiek te tekenen, kies [ Graph ] uit het STATVAR menu.
Om terug te keren naar het STATVAR menu, druk [ 2nd ] [ STATVAR ].
Hoofdstuk 7 : Basis-N Bewerkingen
Men kan getallen invoeren in basis 2, basis 8, basis 10 of basis 16. Om de
gewenste getalbasis in te stellen, druk [ 2nd ] [ dhbo ], kies een optie uit het
menu en druk [
]. Een indicatorsymbool geeft aan in welke basis gewerkt
wordt: d, h, b , of o. (De default instelling is d: decimale basis). Zie Voorbeeld
49.
De toegestane cijfertekens in elke basis zijn:
Binair (b): 0, 1
Octaal (o): 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7
Decimaal (d): 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9
Hexadecimaal (h): 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, IA, IB, IC, ID, IE, IF
Let op: Om een getal in een andere dan de ingestelde basis in te voeren, dient
men het corresponderende basissymbool (d, h, b, o) vast te hangen aan het in
te voeren getal (zoals in h3).
Druk [ ] om de blokfunctie te gebruiken en het resultaat te tonen in octaal-
of binairvorm indien het meer dan 8 cijfertekens bevat. Tot 4 blokken kunnen
weergegeven worden. Zie Voorbeeld 50.