21 beginnen met naaien, Stof verwijderen, Afwerken met kettingsteek – Brother 4234D Manuel d'utilisation

Page 63

Advertising
background image

Nederlands

21

Beginnen met naaien

1. Rijg de draden op de machine in en trek alle

draden circa 15 cm achter de persvoet naar buiten.

2. Beweeg de persvoet omhoog en breng de stof

op de juiste manier onder de persvoet voordat

u met het naaien begint. Naai langzaam een

paar steken met behulp van het handwiel.

3. De stof wordt automatisch ingevoerd. U hoeft de

stof alleen maar in de juiste richting te leiden.

4. Controleer de structuur van de steek

(steekketting) om te zien of deze gelijkmatig is.

Als de steek niet gelijkmatig is, controleert u

opnieuw of het inrijgen op de juiste manier en

in de juiste volgorde is uitgevoerd.

5. Volg de geleider voor evenwijdige naden om de

naden van de stof gelijkmatig af te snijden. Met

de steekbreedteknop op “5” wordt de

schaalverdeling van de geleider voor

evenwijdige naden 9,5, 12,7, 15,9 en 25,4 mm.

2

1

3

1

Persvoet 2 Bovenste mesje 3 Geleider voor evenwijdige naden

Stof verwijderen

Als de naad gereed is, laat u de machine op een lage

snelheid draaien om de kettingsteek af te werken.

Knip vervolgens de steken op 5 cm van het naaiwerk

af. Als er te weinig werd getransporteerd om af te

werken, trekt u zachtjes aan de draad.

3. Breng een overgebleven lapje stof onder de

persvoet om een proeflapje te naaien.

OPMERKING:

Zorg altijd dat de persvoet omhoog staat voordat de

stof eronder wordt gebracht. U kunt niet beginnen

met het naaien als de stof onder de voet wordt

geschoven zonder dat de persvoet omhoog wordt

gebracht.

4. Voordat u het pedaal gebruikt, draait u, terwijl u

met uw linkerhand alle draden vasthoudt, het

handwiel langzaam een paar slagen naar u toe

om te zien of de draden worden

ineengevlochten.

Afwerken met kettingsteek

Als het proeflapje gereed is, houdt u het pedaal

iets ingetrapt en werkt u af met een kettingsteek

van circa 10 cm. De draden zullen vanzelf in de

vorm van een ketting worden ineengevlochten.

OPMERKING:

Als de draadspanning niet goed in balans is, zal het

resultaat van het afwerken ongelijkmatig zijn. Trek

lichtjes aan de draden als dit gebeurt. Controleer de

inrijgvolgorde en stel de draadspanning af om een

gelijkmatige ketting te verkrijgen. (Zie HOOFDSTUK 1,

“Draadspanningsknop”.)

Advertising