De functie infaden/uitfaden, De functie windonderdrukking – Panasonic NVGS500 Manuel d'utilisation
Page 108

Opnemen
108
VQT0T36
De functie infaden/uitfaden
Infaden
Beeld en geluid verschijnen langzaam.
Uitfaden
Beeld en geluid verdwijnen langzaam.
≥Zet de camera op Opnamestand.
1
Druk op de joystick om het pictogram af te
beelden. Beweeg de joystick naar beneden
tot het pictogram
1 wordt afgebeeld.
2
Beweeg de joystick naar links om infaden/
uitfaden [
] te selecteren.
≥Op het scherm van de camera verschijnt de
aanduiding [Fade aan].
3
Druk op de opname start/stop-knop.
Begin met opnemen. (infaden)
Wanneer u met het opnemen begint, verdwijnen
het beeld en geluid geleidelijk en komt het beeld/
geluid geleidelijk tevoorschijn.
Stop de opname. (uitfaden)
Beeld en geluid verdwijnen langzaam. Nadat het
beeld en geluid geheel verdwenen zijn, stopt het
opnemen.
ª
De functie Fade uitschakelen
Selecteer opnieuw [
].
≥Op het scherm van de camera verschijnt de
aanduiding [Fade uit].
ª
De kleur voor Fade selecteren
U kunt de kleur van het fade-effect selecteren.
1
Kies [GEAVANCEERD] >> [FADE KLEUR]
>> [WIT] of [ZWART].
≥Als Fade is geselecteerd, duurt het na de start
van de opname een paar seconden voordat u
beeld ziet. Ook duurt het een paar seconden
voordat de opname werkelijk is gestopt.
De functie windonderdrukking
Met deze functie onderdrukt u door wind
veroorzaakte ruis in de microfoon.
≥Zet de camera op Opnamestand.
1
Kies [BASIS] >> [Windruis uit] >> [AAN].
ª
De functie windonderdrukking
uitschakelen
Kies [BASIS] >> [Windruis uit] >> [UIT].
≥De standaardinstelling is [AAN].
≥Onderdrukt het geluid van de wind al naar
gelang de windkracht. (Als de
windonderdrukking wordt geactiveerd bij een
sterke windkracht, is het mogelijk dat het stereo-
effect afneemt. Het stereo-effect neemt weer
toe zodra de wind afneemt.)
B
1
VQT0T36_DUT.book 108 ページ 2005年12月16日 金曜日 午後8時56分